Terug naar overzicht

Het Gas(t)Gesprek met Joris Koornneef - Deel 1

Om verder te komen in de energietransitie, is de dialoog belangrijker dan ooit. Daarom gaat voorzitter van Element NL Gerda Verburg aan de hand van 3 stellingen in gesprek met NGO’s, studenten, belangenbehartigers en andere organisaties. Over hoe we de klimaatdoelen van 2050 halen en hoe we een duidelijk pad uitstippelen voor ons energiesysteem. Dit is aflevering 1 van Het Gas(t)Gesprek met… Joris Koornneef, de Burgemeester van jouw Noordzee.

Joris Koornneef is naast Burgemeester van Jouw Noordzee ook werkzaam bij TNO als expert op het vlak van systeemintegratie en energieopslag. In die rol verbindt Joris zo’n 40 partijen uit binnen- en buitenland op de inhoud via het North Sea Energy Programma.

Joris Koornneef

Stelling 1

Een succesvolle energietransitie op de Noordzee is essentieel om als EU-regio onze geopolitieke rol te versterken

De Noordzee herbergt een groot potentieel voor duurzame energie, maar fragmentatie belemmert een efficiënte uitrol van grootschalige projecten zoals windparken en waterstofproductie. Dat terwijl dit soort initiatieven juist kunnen bijdragen aan het versterken van onze geopolitieke positie als EU.

Joris: We behandelen ons energiesysteem nog te veel als nationale puzzelstukjes en die stukjes haken nog niet in elkaar. Niet alleen op het gebied van energie, maar ook breder, zoals ruimtelijke planning. Die partijen komen mondjesmaat samen, om eigenlijk het grotere probleem op te lossen. Daardoor mis je kansen in de toekomst om de internationale connectie aan te gaan op het gebied van betaalbaarheid en leveringszekerheid en komt naast de energietransitie ook de natuur er bekaaid vanaf.

Gerda: Ik ben het zeer met je eens en ik vind dat het een van de stukken is om toe te voegen aan het Noordzeeakkoord. Want we zijn op weg naar 2030, maar hebben nog geen internationale doorkijk naar 2050. We moeten dus niet allemaal op ons eigen stukje Noordzee blijven prutsen. Het mooie is, op het vlak van olie en gas hebben we die samenwerking al, in de vorm van een internationaal samenwerkingsverband tussen de verschillende brancheverenigingen voor de offshore olie- en gaswinning op de Noordzee. In het NZO pleit ik ook voor zo’n internationale variant van ons overleg. De veranderingen zijn zo groot en het stopt niet bij de grenzen. Daarom moet je daar ook alle landen aan de Noordzee bij betrekken. We moeten bereid zijn om groter te denken, en niet alleen praten maar ook doen. Kijk naar CCS (CO2-opslag in lege gasvelden red.) en waterstof, daar moet nog zoveel gebeuren om het volledig te ontwikkelen. Denk dan aan regelgeving, het creëren van de markt, spatial planning, daar kunnen we zoveel meer als we bereid zijn om dat groter te bekijken.

Ik denk dat je niet mag onderschatten hoe samenwerking in het Nederlandse DNA zit. Laten we dat nu ook internationaal doen. Helaas ben ik na mijn activiteiten voor de VN in Rome en Genève wel teruggekomen in een Nederland waar samenwerking een vies woord lijkt geworden. Alles gaat via de overheid, via de politiek, en die moet alles oplossen.

Joris: Dat is echt de 140-teken mentaliteit, dat je je statement via het publieke domein probeert af te dwingen waarbij men heel ongenuanceerd, hele simpele oplossingen voorstelt waarvan men weet dat die niet haalbaar zijn. En dat zie je op de Noordzee ook. Daardoor blijven partijen in hun eigen schulp om te roepen wat ze willen. In plaats van zich te verplaatsen in de positie van een ander en samen na te denken over hoe je winst kan halen.

Gerda: Dat vind ik nou de winst van het Noordzeeoverleg. Daar zitten heel veel partijen in en die denken vaak ‘Krijg ik wel voldoende’? Maar het mooie is: we komen er meestal uit. Dus dat uitbalanceren en je steeds de vraag stellen hoe kunnen we dat in co-existentie uitvoeren moet steeds gesteld worden. Een goed voorbeeld vind ik de milieuorganisaties die voor 2040 een visie op tafel hebben gelegd. Daar vinden veel andere sectoren, bijvoorbeeld de visserij, ook weer wat van. Daarover gaan we dan aan tafel, om het weer in het puzzeltje te leggen. Ieder voor zich kan alleen verliezer worden, dus samenwerking is dan het sleutelwoord.

Joris: Wat ik soms zie, dat mensen proberen piketpaaltjes te slaan op de Noordzee ‘dan wil ik dat stuk’. Er zijn zóveel ruimteclaims. Maar worden er ook weleens exercities gedaan om in de huid te kruipen van de ander, bijvoorbeeld door de visserij de belangen van de natuur te laten verdedigen of vice-versa?

Gerda: Dat doen we in het NZO niet, maar informeel doe ik dat wel. Dan vraag ik per sector, wat heb je precies nodig en hoe kunnen we gebruikmaken van bijvoorbeeld infrastructuur die er al is. En dan gaan we aan de hand van ieders belangen kijken en slijpen. Gebruik dat dan, denk inclusief, integraal. Doe het Noordzeeoverleg ook op internationaal niveau. Zo kunnen we pas echt slim gebruikmaken van de Noordzee. Het sterke aan zo’n internationaal NZO kan zijn dat het bindend wordt, zodat je het Greater North Sea Basin als bindend én verbindend verdrag ingericht wordt. Het NZO is ook met praten begonnen, zo kunnen we dat internationaal ook doen.

Joris: Dat is ook nog iets wat pleit voor internationale samenwerking en het opzetten van een level playing field. Want die supply chains worden zo krap, dezelfde mensen, dezelfde schepen en dezelfde toeleveranciers moeten wind, CCS, waterstof en misschien offshore solar opbouwen. Nu krijg je concurrentie tussen de landen en bedrijven wie wat mag doen. Als je dat niet samen doet ga je in een soort varkenscyclus komen waarbij hoge vraag en hoog aanbod elkaar mislopen. Dan haal je de ambities niet en wat je haalt gaat tegen hogere kosten.

Gerda: Dat is ook een politiek gevecht. Maar het is wel een thema. Hoe werken we zodanig samen dat we niet elkaars concurrenten zijn? Want we zijn het al, als het gaat om transities bijvoorbeeld. Europa is nu veel te afhankelijk van buitenlandse mogendheden voor energie. En wen er maar aan, want Europa zal geopolitiek veel meer samen gaan werken. We hadden VS voor de veiligheid, Rusland voor het gas en China voor de maakindustrie, maar dat wordt onzekerder. Het hoeft niet allemaal vanuit Brussel gedicteerd worden, maar laten we samenwerken, het kwartje moet vallen. Anders zit Europa over 10 jaar nergens meer aan tafel, omdat we niets te bieden hebt. En als je niet aan tafel zit, sta je op het menu.

Joris: Ik hoop dat mensen dat ook hebben gezien, maar ik ben er een beetje bang voor dat dit niet het geval is. Tijdens de inval in Oekraïne zag je ineens wat energie waard is, wat we bereid zijn te betalen. Een betrouwbaar energiesysteem is zo waardevol, maar het is nog niet geland dat het zo'n levensader is. Je bent nog steeds een geopolitieke speelbal.

Gerda: Bij beleidsmakers is het geland, maar bij de burger niet. De politiek moet het nog te vaak oplossen. Wat wel geland is: besparen. Ik zie nog steeds allerlei initiatieven waardoor mensen minder energie gaan verbruiken. En dat is positief, want de overheid kan simpelweg niet overal voor zorgen en overal een oplossing voor hebben.

Belangrijkste take-aways (gegenereerd met AI):

  • De Noordzee heeft veel potentieel voor duurzame energie, maar fragmentatie belemmert efficiënte uitrol.
  • Grootschalige projecten zoals windparken en waterstofproductie kunnen de geopolitieke positie van de EU versterken.
  • Het energiesysteem wordt nog te nationaal benaderd; internationale samenwerking is nodig.
  • Ruimtelijke planning en internationale connecties zijn cruciaal voor betaalbaarheid en leveringszekerheid.
  • Er is behoefte aan een internationaal Noordzeeakkoord voor energie, vergelijkbaar met de samenwerking in de olie- en gasindustrie.
  • Samenwerking breder bekijken, inclusief regelgeving en marktcreatie voor CCS en waterstof.
  • Internationale samenwerking is essentieel om ruimteclaims en concurrentie tussen landen en bedrijven te vermijden.
  • Europa minder afhankelijk van buitenlandse energiebronnen en meer samenwerken om geopolitiek relevant te blijven.
  • De urgentie van een betrouwbaar energiesysteem wordt nog niet breed genoeg erkend.
  • Politici moeten de burger beter informeren over de noodzaak van energiebesparing en zelfredzaamheid.

Dit was deel I van de tweede aflevering van het Gas(t)Gesprek met Joris Koornneef. Lees ook het vorige drieluik waarbij Gerda Verburg het Gas(t)Gesprek aanging met de Energietalenten: deel 1, 2 en 3.