Terug naar overzicht

Het Gas(t)Gesprek met Joris Koornneef - Deel 2

Het Gas(t)Gesprek met Joris Koornneef - Deel 2

Om verder te komen in de energietransitie, is de dialoog belangrijker dan ooit. Daarom gaat voorzitter van Element NL Gerda Verburg aan de hand van 3 stellingen in gesprek met NGO’s, studenten, belangenbehartigers en andere organisaties. Over hoe we de klimaatdoelen van 2050 halen en hoe we een duidelijk pad uitstippelen voor ons energiesysteem. Dit is aflevering 2 van Het Gas(t)Gesprek met… Joris Koornneef, de Burgemeester van jouw Noordzee.

Stelling 2 
Het is te druk op de Noordzee om daar alle (klimaat)ambities werkelijkheid te maken 

De Noordzee is een knooppunt van verschillende activiteiten, waaronder visserij, scheepvaart, windparken en aardgaswinning. Door ruimtegebrek ontstaan conflicterende belangen. Hoe vinden we een balans in deze belangen, terwijl we een duurzame toekomst verzekeren? 

Joris: Deze stelling vind ik wel spannend. Toen ik alle ambities in het hoofdlijnenakkoord las, dacht ik wel: ‘Daar had een kaart bij gemoeten’. Het belangrijkste blijft energie besparen. Zo kwam ik in een artikel uit de jaren ‘80 de term ‘negawatt’ tegen, een megawatt die je bespaart. Wat we op zee gaan doen, wordt bepaald op land. Als we hier onze energiehuishouding anders inrichten, dan passen we daar onze inrichting op zee ook op aan. Energiebesparing moet dus weer bovenaan alle lijstjes komen.

 
En ja, het is erg vol op de Noordzee, zeker contractueel en ruimtelijk. Maar als je kijkt naar technische oplossingen, dan zou er veel meer mogelijk zijn. Niet alles is mogelijk, maar we kunnen dus meer dan wat we nu aan ruimtelijke claims neerleggen.  


Gerda: We doen in de transitie inderdaad veel te weinig aan het verminderen van de vraag. We hebben het er te weinig over.  Terwijl energieverbruik direct naar beneden gaat als de nood aan de man is. Denk bijvoorbeeld aan Oekraïne. De overheid zou zich daar dus direct kunnen richten op het financiële, om met prijswerking minder energieverbruik te stimuleren. Die prijswerking kunnen we gebruiken voor een eerlijke verdeling. Daarin moeten we het prijsmechanisme op een eerlijke manier in aanpassen. Want de hoogste inkomens verbruiken vaak de meeste energie.  

Het meest aantrekkelijk vind ik slimme oplossingen en gebruikmaken van wat er al is. De afstemming is dan wel een hele grote. Ik ben wat dat betreft verbaasd dat iedereen in de energietransitie iets doet in het kader van het nationaal plan energiesysteem (NPE), maar dat er nauwelijks onderling afstemming is. Al die sectoren moeten elkaar veel meer opzoeken. Maatschappelijke spelers kunnen daarbij beter samenwerken met elkaar. 
Voorbeeld: partijen die onder de grond bezig zijn met dingen als bekabeling. Straks heeft TenneT het allemaal geregeld en gaat het even later weer open voor een andere partij. Slimmer afstemmen en met elkaar aan tafel zitten zonder altijd maar naar de overheid te kijken. En is een NPE dan relevant? Natuurlijk. Maar iets meer initiatief buiten de overheid zou mogen. Ik zie nu te veel geweldige dingen gebeuren in splendid isolation.  


Joris: Wat mij wel opvalt bij het NPE. Daar hebben ze toch ook publiek bij betrokken. Maar ik heb het gevoel als het de Noordzee betreft, dan is er alleen maar het Rijk. Dus waar komt de burger aan stem in zo’n Noordzeeoverleg? Ik zou willen dat de Noordzee gelijkwaardiger meegenomen wordt in de verkiezingsprogramma’s en debatten. Maar vaak zijn het maar summiere secties en zie je het bijna nergens terug. Zo wordt het voor het publiek een ver van hun bed show. Als je iets aan land doet heb je 150 bezwaren, en doe je iets op zee dan heb je er 1 of 2. Dus is dat vertegenwoordigd via het NZO, of via de ngo's in dat overleg?  


Gerda: Via de ngo's natuurlijk wel, maar die hebben in hoofdzaak de natuurinvalshoek, en niet het totaalplaatje.  


Joris: Er zijn dus geen kanalen om als burger inspraak te hebben op zo'n plan voor de Noordzee.  


Gerda: Jawel, er zijn wel kanalen, maar dan moet je je aansluiten bij een organisatie. Dus het is wel een uitdaging om erover na te denken. Het lijkt me niet makkelijk om te realiseren. 


Joris: Nee, daar ben ik het helemaal mee eens, maar laten we beginnen met de informatiestroom inzichtelijk maken.  


Gerda: Ik kan me wel voorstellen dat jij zegt: ‘Ik ben burgemeester van de Noordzee. Ik heb geen gemeente, maar voor mij is dat hele Noordzeegebied mijn gebied en daarin pak ik een internationale rol, om in die gemeente wat te doen.’ De mogelijkheid om van elkaar te leren en af te stemmen kan zo verrijkend zijn. Bijvoorbeeld de manier van handhaven in het Verenigd Koninkrijk of de manier waarop verschillende landen investeren. Dat kan zoveel beter en efficiënter op elkaar afgestemd worden. Daar zal een akkoord voor moeten komen, maar daar zit dus ook een rol als burgemeester van de Noordzee. Maar de basis is een akkoord, waarin de spelregels voor het overleg worden vastgelegd.  


Joris: Wat ik me daarbij nog afvroeg, worden partijen uit het NZO weleens bij elkaar gezet, om samen uit een conflict te komen? Dus om samen te kijken naar wat de gezamenlijke winst of waarde uit een gebied kan zijn? 


Gerda: Dat is per saldo waar het Noordzeeoverleg voor staat. Het eerste wat je bepaalt is hoe ver kun je komen door consensus. De taartpunt die iedereen wil hebben is altijd heel groot. Maar er is altijd veel meer mogelijk dan de eerste claim die gedaan wordt. Daar kom je alleen achter als je heel diep met elkaar in gesprek gaat, zodat je kijkt waar de win-win zit. 


Joris: Hm ja, soms denk ik dat er meer mogelijk is. Er zijn denk ik vaak oplossingen voor de verschillende ruimteclaims. Die kunnen helpen een kleiner gebied te hebben waar net zoveel welvaart uit komt. 


Gerda: De kip met de gouden eieren, in dit geval de Noordzee, moeten we goed onderhouden. Daarbij neem je alle belangen mee en weeg je ze af. Daarom is ook die internationale samenwerking zo belangrijk. 


Joris: Bij North Sea Energy hebben we een analyse gedaan voor de Noordzeelanden en de druk van multifunctioneel ruimtegebruik. En eigenlijk als je de ruimtelijke claim van je energietransitie echt radicaal anders zou doen, moet je dan niet een deel van je wind floating in de Noorse wateren gaan doen? Want als je kijkt naar de ruimte op de Noordzee, ook met visserij, zou je het internationaal moeten organiseren. Nu stopt het bij de grens en dan is het inderdaad hartstikke vol. Dus laten we ook kijken naar out-of-the-box oplossingen en innovaties, zodat je bijvoorbeeld met visserij wel in de buurt van windmolens kunt komen. Het voelt alsof nu nog niet het onderste uit de kan gehaald wordt.  

Belangrijkste take-aways:

  • De Noordzee is druk met visserij, scheepvaart, windparken en aardgaswinning, wat leidt tot conflicterende belangen. 
  • De ruimte op de Noordzee optimaal benutten, begint bij het besparen van energie 
  • Ondanks de drukte zijn er technische oplossingen mogelijk om meer te realiseren dan de huidige ruimtelijke claims toestaan. 
  • Minder ondersteuning vanuit de overheid en prijswerking gebruiken voor een eerlijke verdeling van energie. 
  • Betere afstemming tussen sectoren en gebruik van bestaande infrastructuur kan helpen, zonder altijd naar de overheid te hoeven kijken. 
  • Leren van en samenwerken met andere landen kan efficiënter gebruik van de Noordzee bevorderen. 
  • Innovatieve oplossingen zoals windparken in Noorse wateren en samenwerking met visserij kunnen druk op de Noordzee verminderen. 
  • De Noordzee moet goed onderhouden worden met aandacht voor alle belangen en internationale samenwerking. 

Dit was deel II van de tweede aflevering van het Gas(t)Gesprek met Joris Koornneef. Deel I werd eerder gepubliceerd.  
Lees ook de vorige aflevering waarbij Gerda Verburg het Gas(t)Gesprek aanging met de Energietalenten.